De Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen: wat je moet weten

Op 1 november 2021 is de Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorziening (Wohlv) van kracht geworden. Op grond van de Wohlv zijn bepaalde handelspraktijken in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen verboden. Oneerlijke handelspraktijken kunnen aan een geschillencommissie worden voorgelegd, maar ook worden beboet door de Autoriteit Consument & Markt (ACM). De ACM lijkt graag van haar nieuwe bevoegdheden gebruik te willen maken, maar voor wie gelden de regels precies en waar moet je als speler in de keten rekening mee houden? Deze blog bespreekt 4 kernpunten van de nieuwe wet.

1. Voor wie geldt de Wohlv?

De Wohlv geldt uitsluitend als de leverancier een relatief kleine partij is ten opzichte van zijn afnemer:

  • Afnemer: dit betreft inkopers van landbouw- en/of voedingsproducten, zoals supermarkten en inkopers.
  • Leverancier: dit ziet op landbouwproducenten, maar ook andere leveranciers van landbouw- en/of voedingsproducten. Dit zijn bijvoorbeeld boeren, tuinders en vissers, maar dit kunnen dus ook vleesverwerkers, zuivelfabrikanten of groothandelaren zijn.

De Wohlv bevat een overzicht van het verschil in omvang (omzet) dat tussen de leverancier en de afnemer moet bestaan om een beroep op de wet te kunnen doen:

Omzet leverancier Omzet afnemer
Minder dan 2 miljoen euro Meer dan 2 miljoen euro
Tussen de 2 miljoen en 10 miljoen euro Meer dan 10 miljoen euro
Tussen de 10 miljoen en 50 miljoen euro Meer dan 50 miljoen euro
Tussen de 50 miljoen en 150 miljoen euro Meer dan 150 miljoen euro
Tussen de 150 miljoen en 350 miljoen euro Meer dan 350 miljoen euro

 

Voor de omzet moet niet alleen worden gekeken naar de desbetreffende rechtspersoon, maar ook naar de partijen waarmee die rechtspersoon een bepaalde partner- of zeggenschapsrelatie heeft. Daardoor kan de omzet dus soms (fors) hoger uitvallen.

2. Welke gedragingen zijn verboden op grond van de Wohlv?

De Wohlv bevat een lijst van oneerlijke handelspraktijken die altijd verboden zijn. Dit betreft, kort weergegeven:

  • betaling van landbouw- en voedingsproducten na 30 dagen (bederfelijke producten) of na 60 dagen (overige producten);
  • late annulering van bestellingen van bederfelijke producten;
  • eenzijdige wijziging door de afnemer van de voorwaarden van een leveringsovereenkomst;
  • weigering van een schriftelijke overeenkomst door de afnemer;
  • onrechtmatige verkrijging, gebruik of openbaring van bedrijfsgeheimen door de afnemer;
  • dreigen of overgaan tot commerciële vergeldingsmaatregelen door de afnemer als de leverancier een contractueel of wettelijke recht uitoefent;
  • het eisen van een vergoeding door de afnemer voor:
    • zaken die geen verband houden met de verkoop van landbouw- en voedingsproducten;
    • bederf of verlies als de producten al in eigendom zijn van de afnemer;
    • onderzoek naar klachten van klanten.

De Wohlv bevat daarnaast een lijst van oneerlijke handelspraktijken die verboden zijn, tenzij de desbetreffende handelspraktijk voorafgaand helder en ondubbelzinnig schriftelijk is overeengekomen tussen de leverancier en de afnemer. Dit betreft, kort weergegeven:

  • het zonder betaling retourneren of verwijderen van onverkochte producten door de afnemer;
  • het eisen van een vergoeding door de afnemer voor:
    • de opslag, uitstalling, opname in het assortiment of het op de markt brengen van producten;
    • de kosten van een promotieactie, reclame, marketing of de inrichting van de verkoopruimte.

Voor het eisen van een vergoeding zoals hierboven besproken, geldt verder dat afnemers verplicht zijn om op verzoek een schriftelijke raming van (i) het te betalen bedrag of (ii) de kosten voor de leverancier te verstrekken.

3. Gelden alle regels direct?

Contractuele bepalingen in strijd met bovenstaande handelspraktijken zijn per 1 november 2021 verboden in nieuwe contracten. In bestaande contracten moeten dergelijke bepalingen per 15 april 2022 zijn vervangen.

4. Hoe werkt handhaving van deze regels?

Afnemers en leveranciers kunnen geschillen voorleggen aan de Geschillencommissie. Deze commissie behandelt geschillen tussen een individuele leverancier en afnemer. Dit betreft een civielrechtelijke procedure waarbij de commissie een bindende uitspraak doet en tevens een schadevergoeding kan toekennen. De Geschillencommissie zal vanaf 1 januari 2022 geschillen kunnen behandelen.

Daarnaast kan de ACM voor overtreding van de Wohlv forse boetes opleggen van maximaal €900.000 of, indien dat meer is, 10% van de omzet van de overtreder. Bij deze omzet wordt in principe alleen naar de omzet van de desbetreffende rechtspersoon gekeken (en dus niet naar partijen waarmee deze persoon een partner- of zeggenschapsrelatie heeft, zie punt 1 hierboven). Verder kan de ACM de boete verdubbelen als de overtreder al eerder voor eenzelfde of soortgelijke overtreding is beboet.

Op basis van de wettekst kan de ACM zelfs een enkele overtreding beboeten. Dit is anders bij overtredingen van de (algemene) Wet handhaving consumentenbescherming (Whc), waarbij alleen structurele overtredingen kunnen worden beboet. Uitlatingen van (de voorzitter van) de ACM duiden er echter op dat de ACM ook bij de Wohlv alleen structurele overtredingen gaat handhaven: “De ACM onderzoekt dan of sprake is van een structurele praktijk. Als dat zo is, kan de ACM afnemers een boete opleggen. Voor incidentele geschillen is er een Geschillencommissie opgericht.

De ACM lijkt voortvarend aan de slag te willen gaan met de handhaving van de Wohlv. Zij heeft bijvoorbeeld een speciaal meldformulier gemaakt om klachten over dit soort handelspraktijken te ontvangen.

Conclusie

Het is goed denkbaar dat een kleine leverancier vanuit commercieel perspectief niet snel een discussie met een grote afnemer wil escaleren tot een traject bij een geschillencommissie of een klacht bij de ACM. De vraag is dan ook of deze wet tot veel procedures zal leiden. Mocht het commerciële belang echter geen belemmering zijn, dan lijkt de ACM in ieder geval een gewillig oor te bieden om klachten van leveranciers in ontvangst te nemen. Als een ACM-klacht vanwege het risico op een hoge boete een te forse maatregel is, dan is vanaf 1 januari de geschillencommissie wellicht een goede optie om een geschil zakelijk op te lossen.

Praktijkgebieden

Ook interessant

Wetsvoorstel tot aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure ingediend bij de Tweede Kamer

Op 13 november 2023 is het wetsvoorstel tot een aanpassing van de geschillenregeling en enquêteprocedure ingediend bij de Tweede Kamer. …

Ontwikkelingen over de onafhankelijkheid van de Nederlandse toezichthouder op de energiemarkt ACM

In een blog op Lexology bespreekt Bart van Oorschot de recente ontwikkelingen omtrent de onafhankelijkheid van de Nederlandse toezichthouder op …

De strijd tegen de hoge energieprijzen

De oorlog in Oekraïne zorgt voor een unieke situatie in de internationale energiemarkt. Om de stijgende energieprijzen tegen te gaan …