Stek heeft energieleverancier Eneco succesvol bijgestaan in een principiële procedure tegen een consument over de overname van het klantenbestand van de failliete energieleverancier Welkom Energie.

De consument had een energiecontract met Welkom Energie en stelde zich op het standpunt dat Eneco, na het faillissement van Welkom Energie in het najaar van 2021 en de overname van het klantenbestand, verplicht was de oorspronkelijke tarieven van Welkom Energie te hanteren. Eneco had nieuwe tarieven vastgesteld en deze aan de consument in rekening gebracht.

De kantonrechter oordeelt dat Eneco haar eigen tarieven in rekening mocht brengen, omdat dit volgt uit de regeling (de Besluiten leveringszekerheid) waar de wetgever voor heeft gekozen. Het doel van deze regeling is om te voorkomen dat consumenten zonder energie komen te zitten als een energieleverancier failliet raakt. Zonder deze regeling zou de consument na het faillissement van Welkom Energie helemaal geen energiecontract meer hebben gehad.

De kantonrechter oordeelt voorts dat uit deze regeling niet blijkt dat Eneco de tarieven van Welkom Energie had moeten overnemen, maar dat er tussen Eneco en de consument een nieuw contract tot stand is gekomen waarbij Eneco eenzijdig nieuwe tarieven in rekening mocht brengen. Het gegeven dat de consument hierin geen keuzevrijheid had, wordt door de kantonrechter beoordeeld als een gevolg van het systeem van leveringszekerheid dat de wetgever voor ogen had.

Volgens de kantonrechter heeft Eneco de consument zo snel mogelijk geïnformeerd over de nieuwe tarieven en heeft zij ook geen onredelijke tarieven in rekening gebracht. Daarom is er naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van een schending van de precontractuele-informatieplicht. De consument kon bovendien zijn contract bij Eneco opzeggen, maar heeft er zelf voor gekozen om twee jaar lang klant bij Eneco te blijven. De consument heeft volgens de kantonrechter ook niet gedwaald.

De vorderingen van de consument zijn afgewezen.

Klik hier voor de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 8 april 2025.