ACM handhaving van consumentenrecht - ontwikkelingen en trends
Nederland kent veel wetten en regels ter bescherming van consumenten op het gebied van verkoop, levering en promotie van producten …
Net als in veel andere EU-lidstaten is screening van buitenlandse directe investeringen (Foreign Direct Investment of FDI) in Nederland inmiddels een hot topic. Hoewel in Nederland voor enkele specifieke sectoren FDI-achtige regels bestaan, is algemene FDI-wetgeving nog niet van kracht. Dit gaat echter veranderen: op 17 mei 2022 is de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo) aangenomen die FDI-achtige regels bevat die niet beperkt zijn tot een specifieke sector. De Wet Vifo zal naar verwachting eind 2022 in werking treden, maar zal ook terugwerkende kracht hebben tot 8 september 2020. De aangekondigde wetgeving kan daarom al gevolgen hebben voor transacties voorafgaande aan de inwerkingtreding.
Wij ontvangen regelmatig vragen over de inhoud en status van FDI-screening wetgeving in Nederland. Deze blog zet de belangrijkste vragen en antwoorden in dit kader op een rij. Heeft u andere vragen? Neem dan vooral contact met ons op en wij beantwoorden ze graag.
Aanvankelijk wilden de ontwikkelingen op het gebied van FDI-wetgeving in Nederland niet erg vlotten. De COVID-19 crisis en een door de Nederlandse regering gevreesd verhoogd risico op ongewenste investeringen leidden tot een concept wetsvoorstel voor algemene FDI-screening dat in het najaar van 2020 werd geconsulteerd.
Na forse kritiek van de Raad van State is de tekst van de geconsulteerde regeling sterk aangepast en werd op 30 juni 2021 het voorstel voor de Wet Vifo naar de Tweede Kamer gezonden. Na verschillende amendementen vanuit de Tweede Kamer, werd in april 2022 het wetsvoorstel door de Tweede Kamer aangenomen en op 17 mei 2022 door de Eerste Kamer.
In april 2022 heeft de verantwoordelijk minister aangegeven dat de Wet Vifo naar verwachting eind 2022 in werking zal treden.
De Wet Vifo bepaalt dat de regels met terugwerkende kracht zullen gelden vanaf 8 september 2020. Dit betekent dat de regels ook kunnen (gaan) gelden voor transacties die worden voltooid voorafgaande aan de inwerkingtreding.
De terugwerkende kracht betreft echter geen actieve meldplicht: de Minister kan uitsluitend binnen 8 maanden na de inwerkingtreding van de wet alsnog een melding gelasten. Deze terugwerkende kracht zal overigens niet gelden voor (i) andere sensitieve technologie dan producten voor tweeërlei gebruik (dual use) of militaire goederen (zie ook vraag 4) of (ii) doelondernemingen die een beheerder van een bedrijfscampus zijn.
De Wet Vifo is gericht tot in Nederland gevestigde ondernemingen die (a) vitale aanbieders zijn, (b) beheerder van een bedrijfscampus zijn of (c) actief zijn op het gebied van sensitieve technologie (zogenoemde ‘doelondernemingen’). De Wet Vifo volgt daarbij het ondernemingsbegrip uit het Europese mededingingsrecht.
In tegenstelling tot de gebruikelijke procedure, worden (eventuele) algemene maatregel(en) van bestuur inzake de reikwijdte van vitale aanbieders en sensitieve technologie ten minste 4 weken voor inwerkingtreding voorgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer voor inzicht en inspraak.
De Wet Vifo is van toepassing op bepaalde ‘verwervingsactiviteiten’ met betrekking tot doelondernemingen. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen (i) algemene verwervingsactiviteiten met betrekking tot doelondernemingen, die zowel van toepassing zijn op vitale aanbieders, beheerders van bedrijfscampussen als op ondernemingen die actief zijn op het gebied van sensitieve technologie en (ii) verwervingsactiviteiten die leiden tot verkrijging of vergroting van significante invloed in een doelonderneming die actief is op het gebied van sensitieve technologie.
(i) Algemene verwervingsactiviteiten
De screeningsregels gelden voor de volgende algemene verwervingsactiviteiten:
(ii) Verkrijging of vergroting significante invloed sensitieve technologie
Ook de verkrijging of vergroting van significante invloed in een doelonderneming die actief is op het gebied van sensitieve technologie kan als een verwervingsactiviteit worden aangemerkt. Significante invloed betreft de mogelijkheid voor een persoon om minimaal 10%, 20% of 25% van de stemmen in de algemene vergadering van aandeelhouders in een doelonderneming uit te (laten) brengen of de verplichting voor de doelonderneming om op voordracht van een derde een of meerdere bestuurders te benoemen of ontslaan.
De toepassing van de regels inzake significante invloed zal naar verwachting beperkt worden tot specifieke categorieën van sensitieve technologie. In dat geval zullen de relevante categorieën (met de toepasselijke stemdrempels) worden aangewezen bij algemene maatregel van bestuur. Zonder een dergelijke algemene maatregel van bestuur zullen echter alle soorten sensitieve technologie binnen de werkingssfeer van de regels inzake significante invloed vallen en zullen alle (stem)drempels van toepassing zijn.
Enkel een verkrijging of vergroting van significante invloed die aan een toepasselijke drempel voldoet, is meldingsplichtig. Indien bijvoorbeeld voor een bepaalde categorie van ondernemingen zowel de 10% als de 20% drempel geldt, hoeft een vergroting van 12% naar 17% niet te worden gemeld, terwijl een verhoging naar tot 21% wel moet worden gemeld.
De Wet Vifo is ‘landenneutraal’. Dit betekent dat de regels niet alleen gelden voor verwervingsactiviteiten vanuit het buitenland, maar ook voor verwervingsactiviteiten binnen Nederland.
Elk voornemen tot een verwervingsactiviteit binnen de werkingssfeer van de Wet Vifo moet aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat (Minister) worden gemeld. In de praktijk worden meldingen ontvangen en behandeld door het Bureau Toetsing Investeringen. Er is geen wettelijke termijn voor het indienen van een (pre-closing) melding, maar de beslistermijn voor de Minister zal alleen starten door een melding.
Een (pre-closing) meldingsplicht geldt niet als de verwervende onderneming wegens een geheimhoudingsplicht niet weet dat een activiteit van de doelonderneming binnen de reikwijdte van de Wet Vifo valt. In dat geval meldt deze doelonderneming het voornemen van een verwervingsactiviteit aan de Minister zodra zij daar kennis van heeft. Een andere uitzondering betreft bepaalde vormen van verkrijging van goederen onder algemene titel. In dat geval wordt de verwervingsactiviteit door de verwerver gemeld aan de Minister binnen twee weken nadat deze heeft plaatsgevonden. Tot slot wordt bij een openbaar bod op een beursgenoteerde doelonderneming de melding gelijktijdig gedaan met de aankondiging van het openbaar bod.
Een verwervingsactiviteit mag niet plaatsvinden voordat (a) de Minister heeft medegedeeld dat geen toetsingsbesluit vereist is of (b) de Minister een toetsingsbesluit heeft genomen. Uitzonderingen betreffen bepaalde vormen van verkrijging van goederen (onder algemene titel), waarbij de verwervingsactiviteit door de verwerver moet wordt gemeld aan de Minister binnen twee weken nadat deze heeft plaatsgevonden.
Niet-naleving van de standstill-verplichting kan leiden tot een boete van maximaal 870.000 euro (jaarlijks herzien) of 10% van de omzet van de onderneming (mogelijk de omzet van de hele groep).
Indien het algemeen belang in het geding is, met een risico op economische, fysieke of sociaalmaatschappelijke schade aan (delen van) de samenleving, kan de Minister (een beperkte) ontheffing verlenen voor de standstill-verplichting.
Na ontvangst van een melding beoordeelt de Minister of een toetsingsbesluit vereist is. Een toetsingsbesluit is enkel vereist als een verwervingsactiviteit kan leiden tot een risico voor de nationale veiligheid. Indien een toetsingsbesluit noodzakelijk is, zal vervolgens het risico van de verwervingsactiviteit voor de nationale veiligheid worden beoordeeld.
Het begrip nationale veiligheid betreft de veiligheidsbelangen die binnen Nederland wezenlijk zijn voor de democratische rechtsorde, veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat, of de maatschappelijke stabiliteit, mits deze zien op het raakvlak tussen economie en veiligheid. Daarbij worden expliciet genoemd:
Bij de beoordeling van het criterium risico voor de nationale veiligheid wordt met verschillende factoren rekening gehouden. Deze factoren zijn onder meer de volgende:
Bij de beoordeling van een verwervingsactiviteit die betrekking heeft op een vitale aanbieder wordt voorts rekening gehouden met de volgende factoren:
Bij de beoordeling van een verwervingsactiviteit die betrekking heeft op sensitieve technologie wordt voorts rekening gehouden met de volgende factoren:
Na ontvangst van een melding geeft de Minister binnen acht weken aan of een toetsingsbesluit vereist is. Als een toetsingsbesluit vereist is en de aanvraag daarvoor is ingediend, neemt de Minister binnen acht weken een toetsingsbesluit.
De termijnen voor deze twee fases kunnen elk afzonderlijk worden verlengd als nader onderzoek nodig is, maar in totaal maximaal 6 maanden. De beslistermijn kan voorts worden verlengd met 3 maanden als de desbetreffende activiteit binnen de werkingssfeer van Verordening (EU) 2019/452 valt. Ten slotte kan de beoordelingstermijn steeds worden opgeschort in geval van verzoeken om aanvullende informatie.
De Minister kan verwervingsactiviteiten onder voorwaarden goedkeuren. De Minister kan (alleen) voorwaarden verbinden aan een toetsingsbesluit, als dit noodzakelijk is voor de voorkoming of beperking van risico’s voor de nationale veiligheid. De Wet Vifo bevat een niet-limitatieve lijst van mogelijke voorwaarden, waaronder de volgende:
Voor ondernemingen op het gebied van sensitieve technologie gelden voorts nog specifieke mogelijke voorschriften, waaronder een verplichting bepaalde technologie, broncode, genetische code, of kennis bij de staat of een derde partij in bewaring te geven.
Als het risico voor de nationale veiligheid echter niet voldoende kan worden beperkt door voorwaarden, dan zal de Minister de verwervingsactiviteit verbieden.
Er zijn meerdere mogelijke gevolgen als verwervingsactiviteiten ten onrechte niet worden gemeld. Allereerst kan de desbetreffende activiteit nietig of vernietigbaar zijn of kan de Minister een last opleggen om de ongewenste effecten van een activiteit te voorkomen of de activiteit ongedaan te maken. Als na verloop van de termijn de zeggenschap of significante invloed niet overeenkomstig de last is teruggebracht, is de Minister gemachtigd om namens en voor rekening van de verwerver of doelonderneming, diens aandelen overeenkomstig de last te vervreemden of anderszins uitvoering te geven aan de opgelegde last.
Daarnaast kan de uitoefening van verworven rechten worden geschorst. In bepaalde gevallen mogen de door een verwerver of doelonderneming met een verwervingsactiviteit verworven rechten niet worden uitgeoefend (met uitzondering van, voor zover van toepassing, het recht op de opbrengsten van een onderneming, dividend en de ontvangst van uitkeringen uit de reserves). Het gaat dan bijvoorbeeld om gevallen waarin een verwervingsactiviteit wordt uitgevoerd voordat de Minister heeft medegedeeld dat geen toetsingsbesluit vereist is of als aan een verwervingsactiviteit verbonden eisen of nadere voorschriften niet of niet naar behoren worden uitgevoerd.
Het niet melden van een meldingsplichtige verwervingsactiviteit kan leiden tot een boete van maximaal 870.000 euro (jaarlijks herzien) of 10% van de omzet van de onderneming (mogelijk de omzet van de hele groep).
Als een verwervingsactiviteit ten onrechte niet is gemeld, kan de Minister verder nog melding van de desbetreffende activiteit gelasten. De Minister kan echter ook ambtshalve mededelen dat geen toetsingsbesluit vereist is of ambtshalve een toetsingsbesluit nemen.
In het geval van een zwaarwegend risico voor de nationale veiligheid kan de Minister, na instemming van de ministerraad, binnen zes maanden nadat dit risico bij hem bekend is, een activiteit opnieuw beoordelen. Om tot een dergelijke hernieuwde beoordeling te komen moet sprake zijn van (a) een potentiële maatschappelijke ontwrichting met economische, sociale of fysieke gevolgen of (b) een directe toegenomen reële bedreiging van de Nederlandse soevereiniteit.
In mei 2020 is de Wet Ongewenste Zeggenschap Telecommunicatie (WOZT) door de Tweede Kamer aangenomen en met terugwerkende kracht in werking getreden per 1 maart 2020. De WOZT richt zich uitsluitend op de telecommunicatiesector en bepaalt dat een investering of overname moet worden gemeld aan de bevoegde minister indien (a) overwegende zeggenschap wordt verworven en (b) deze zeggenschap leidt tot relevante invloed in de telecommunicatiesector.
Andere sectorspecifieke wetgeving die van invloed kan zijn op buitenlandse investeringen – die niet noodzakelijkerwijs is ingevoerd als screeningsmechanismen voor buitenlandse investeringen – is onder meer te vinden in sectoren als elektriciteit, gas, drinkwater, nucleaire activiteiten, defensie en mijnbouw.
Nederland kent veel wetten en regels ter bescherming van consumenten op het gebied van verkoop, levering en promotie van producten …
Op 17 maart 2022 heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een boete opgelegd van €350.000 aan de Stichting Verenigde …
Op 24 augustus 2021 heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een last onder dwangsom opgelegd aan Apple Inc. en …